Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Welvaren

betekenis & definitie

I. (voer wel, heeft en is welgevaren),

1. in welstand verkeren, gezond zijn : allen varen wél;
2. in gunstige omstandigheden zijn, bloeien, vooruitkomen:handel, landbouw en veeteelt varen wel; hij vaart er wel bij, heeft er voordeel van ;

II. zn. o., goede gezondheid: naar iemands welvaren vernemen ; — (meton.) Hollands welvaren, gezegd v.e. persoon die er zeer gezond en welgedaan uit ziet.

< >