Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verzuimen

betekenis & definitie

(verzuimde, heeft verzuimd),

1. nalaten te doen waartoe men gehouden was: hij had verzuimd dc geboorte van het kind aan te geven ; men verzuime niet tijdig een nieuwe kaart aan te vragen ; zijn plicht verzuimen ;
2.veronachtzamen, laten voorbijgaan : de gelegenheid verzuimen ; je hebt niet veel verzuimd (met niet te komen):
3. niet op zijn werk of op school verschijnen, niet komen : hij verzuimt zelden ; — de school verzuimen, thuisblijven : ik verzuim er zoveel mee, ik verlies er zoveel tijd mee :
4. verwaarlozen, niet behoorlijk verzorgen : 'k heb vrome noch kind, noch zaken die ’k verzuim (Staring): een toonde, zijn gezondheid verzuimen.

< >