Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verzinken

betekenis & definitie

(verzonk, is en heeft verzonken),

1.(onoverg.) wegzinken : in een afgrond verzinken ; ruk mij uit het slijk, en laat mij niet verzinken (Ps. 69 : 15); het schip verzonk in de diepte ; in het drijfzand verzinken ; — (volkst.) 'k mag verzinken als het niet waar is, sterke bevestiging ; — oneig. met betr. tot hetgeen in de tijd verdwijnt : monumenten van verlatenheid en verval, getuigen van een verzonken verleden ; — fig. met betr. tot zedelijke ondergang: dwaze en schadelijke begeerlijkheden, welke de mensen doen verzinken in verderf en ondergang (1 Tim. 6:9);
2. (fig.) (onoverg.) verdiept raken: in gepeins verzinken, verzonken zitten ;
3. (overg.) spijkers verzinken, dieper inslaan, zodat de koppen gelijk met of iets dieper dan de oppervlakte van het hout komen; een schroefgat verzinken, opboren ; — een spoor verzinken, zodanig leggen dat de bovenkant van de railkop met de weg gelijk komt.

< >