1. eig. te ras, te gauw af zijn ; betrappen : een dief verrassen ; vermits de wakkere Alard' ...de wegen heeft versperd, de boden heeft verrast (Staring); — (met betr. tot een verborgen zaak) op slimme wijze ontdekken : ’k verraste ’t vreemd geheim, dat in zijn boezem was (Staring); 2. (vand.) onverhoeds aanvallen of overvallen : een stad verrassen ; zij lieten zich niet verrassen;
3. onverwacht treffen, overrompelen: de dood verraste hem midden onder zijn werk ;
4. (aan iem.) onverwacht komen : zijn bezoek verraste ons ; — vand. ververbazen : die tijding verraste mij niet; vgl. Verrassend ;
5. onverwachts verblijden : iem. met een geschenk verrassen ; ik zou, hem eens willen verrassen.
Gepubliceerd op 01-01-2021
Verrasten
betekenis & definitie