o. (-n),
1. (ontl.) gewelf van de mond, gehemelte (zie ald.);
2. overdekking, hemel (van een troon, een ledikant, een preekstoel enz.);
3. (plantk.) opstaande plooi in de onderlip der maskerbloemen.
Gepubliceerd op 01-01-2021
betekenis & definitie
o. (-n),
1. (ontl.) gewelf van de mond, gehemelte (zie ald.);
2. overdekking, hemel (van een troon, een ledikant, een preekstoel enz.);
3. (plantk.) opstaande plooi in de onderlip der maskerbloemen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: