(verhardde, heeft en is verhard),
1. hard maken : staal is verhard i jzer ; iets in 't vaar verharden; een weg met puin verharden; — 2. hard worden : cement, beton verhardt zelfs onder water;
3. (fig.) ongevoelig maken : zich tegen de koude, hitte verharden ; — ontoegankelijk maken voor bep. gevoelens, ook voor berouw : Ik zal Farao's hart verharden (Exod. 7:3); hun hart was verhard (Mark. 0 : 52).
4. ongevoelig worden : in 't kwade verhard zijn.