Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verhard

betekenis & definitie

bn. (-er, -st),

1. hard gemaakt: verharde wegen ;
2. hard geworden, b.v. door stolling ; — vereelt: verharde pezen, handen;
3. (fig.) ongevoelig geworden, verstokt: in het kwaad, in de ondeugd verhard ; een verharde booswicht; een verhard geweten.

< >