m. (...vraten),
1. iem. die zeer veel eet, gulzigaard;
2. marterachtig, zeer boosaardig en listig roofdier (Gulo luscus) in noordelijke streken, inz. in N.-Amerika, dat ’s nachts op prooi uitgaat, vooral van muizen en lemmingen leeft, doch ook wel grotere dieren aanvalt.