(valideerde, heeft gevalideerd), (<Fr.),
1. (onoverg.) (rechts)geldig zijn; gelden; van kracht zijn: afladingen met zeilschepen zullen op dit contract valideren (van kracht zijn) tegen nader overeen te komen premie; de validerende posten zijn uit effectenfinanciering ontstaan;
2. (onoverg.) gelden, t.w. als goede betaling;
3. (onoverg.) in rekening als krediet ingeschreven, als betaling toegekend worden; inz. als formule in de tekst van wissels of bij endossementen: het zal mij (u) valideren, het zal in mijn (uw) rekening gekrediteerd worden;
4. (onoverg.) in een algemener bet.: in rekening ingeschreven worden. hetzjj als debet, hetzij als credit; in rekening gebracht worden: de klachten werden ,,tegen korstijd” voor de landheer bespaard, om ZEd. in rekening te valideren (Beets);
5. (overg.) in rekening brengen: alle reiskosten zullen in uitgaaf worden gevalideerd;
6. (overg.) geldend maken, geldig verklaren, inz. een vordering: hetwelk U gelieve te valideren met of zonder advies (op een wissel);
7. (onoverg.) equivalent zijn; — (scheik.) dezelfde valentie hebben: wanneer Br, I en Fl in bindend vermogen jegens E met Cl gelijkstaan, dan valideren of equivaleren ze onderling; — opwegen tegen; het krediet aan de consument valideert tegen besparingen of tegen toekomstig inkomen.