Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Uitdelgen

betekenis & definitie

(delgde uit, heeft uitgedelgd),

1. (vero.) te niet doen, uitwissen: de Here zal zijnen naam van onder den hemel uitdelgen (Deut. 29: 20); Ik delg uwe overtredingen uit als enen nevel (Jes. 44:22).
2. door delging tenietdoen: een schuld uitdelgen, amortiseren. [In den zin van verdelgen is het een germ].

< >