(vertrouwde toe, heeft toevertrouwd),
1. met vertrouwen ter behartiging, ter uitvoering opdragen: u kunt hem dat gerust toevertrouwen; de hem toevertrouwde opvoeding van de prinses; — dat is hem wel toevertrouwd, dat is bij hem in goede handen, dat brengt hij wel tot een goed einde;
2. met vertrouwen overgeven aan de zorgen, aan de hoede van: iemand zijn geld toevertrouwen; het kind werd onmiddellijk toevertrouwd aan de voogdijraad; — iets of iem. aan de zorg, aan de hoede van iem. toevertrouwen;
3. in vertrouwen zeggen tot, mededelen: iem. een geheim, iem. zijn moeilijkheden toevertrouwen.