Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Tijloos

betekenis & definitie

v. (...zen), (plantk.) bloem die op een ongewone tijd, inz. vroeg in ’t voorjaar, ontluikt.

1. (gew.) Gele narcis (Narcissus pseudonarcissus);
2. inz. de in de nazomer bloeiende en eerst in ’t voorjaar bladeren ontwikkelende Colchicum autumnale.

< >