Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Narcissus

betekenis & definitie

Gr. Nar'kissos,

1. zoon van de riviergod Cephi'sus en de nimf Liri'ope, een beeldschone jongeling, die de liefde van de nimf Echo versmaadde. Tot straf daarvoor gaf Nemesis hem liefde in voor zijn eigen beeld dat hij in het water zag, zodat hij van verlangen verteerde ; uit medelijden veranderden de goden hem in de naar hem genoemde bloem (Ovid., Met. 3,339 vg.):
2. gunsteling (vrijgelatene) van keizer Claudius, bewerkte de val van Messali'na.

< >