Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Terriër

betekenis & definitie

(Eng.), m. (-s), naam van zeer uiteenlopende rassen van glad- en ruigharige honden; in ’t bijz. voor foxterrier ; — Boston-terriër, een kortgladharige hond, zwart met witte borst, voorbeen en snuit; — Airedale-terriër, geelbruine, ruigharige soort.

< >