(stronkelde, heeft en is gestronkeld), (Zuidn.)
1. struikelen: de eerste hinderpaal deed hem stronkelen;
2. hortend en stotend lopen, strompelen : ze stronkelde steeds maar verder.
Gepubliceerd op 01-01-2021
betekenis & definitie
(stronkelde, heeft en is gestronkeld), (Zuidn.)
1. struikelen: de eerste hinderpaal deed hem stronkelen;
2. hortend en stotend lopen, strompelen : ze stronkelde steeds maar verder.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: