[het accent wisselt], bn. bw.,
1. bn., weinig tot spreken geneigd: een nors en stilzwijgend man;
2. bw., zonder te spreken: stilzwijgend keek ze voor zich heen; iets stilzwijgend voorbijgaan, zonder er over te spreken, zonder er op in te gaan;
3. bn., (van zaken, inz. van rechten, overeenkomsten enz.) niet uitdrukkelijk kenbaar gemaakt, niet uitgedrukt: een stilzwijgende voorwaarde, afspraak;
4. bw., zonder het uitdrukkelijk kenbaar te maken of overeen te komen: dat is stilzwijgend daaronder begrepen.