v. (-en),
1. dunne staaf die deel uitmaakt van een hek, een traliewerk enz.: spijlen van een kooi; ijzeren spijlen voor een venster;
2. elk der staafjes die in een bijenkorf gestoken worden opdat de bijen de raten er op kunnen doen rusten ;
3. drooghout waaraan haringen geregen worden in een bokkingrokerij;
4. sluitpen van een scharnierende band.