m. (-en),
1. soort van gladharige jachthond, afgericht om het wild op te lopen: goed, flink afgerichte speurhonden ; speurhond die niet aanslaat; — ook hond die afgericht is om sporen te volgen voor politieonderzoek ;
2. (fig.) persoon die de gangen en schuilplaatsen van voortvluchtigen tracht te ontdekken: Himmlers speurhonden.