bn.,
1. in de toestand van slaap verkerend; (spr.) men moet geen slapende honden wakker maken, zie Hond;
2. tijdelijk niet werkzaam: een slapende mijn (in de versterkingskunst); — (bosb.) slapende ogen, knoppen die onder normale omstandigheden niet tot ontwikkeling komen; — slapende aandelen, die niet voor winstuitkering in aanmerking komen zolang niet aan bep. voorwaarden is voldaan.