Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Simson, samson

betekenis & definitie

richter in Israël, man van geweldige kracht, die geheel alleen tegen de Filistijnen strijdt. Aan zijn vrouw Delila, een Filistijnse, verraadt hij het geheim van zijn kracht, die gebonden is aan zijn haardos,, en valt zo in handen van zijn vijanden (Richt. 13 : 24).

< >