Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Schouw, bezichtiging

betekenis & definitie

v. (-en),

1. bezichtiging, opneming, beschouwing, inspectie; — in ’t bijz. geregeld terugkerende gelegenheid dat water, wegen, dijken enz. worden geïnspecteerd : de schouw drijven, varen, langs de dijken, wegen enz. trekken om hun toestand te onderzoeken ; die vaart staat onder de schouw van het polderbestuur; jaarlijks wordt in November door het banbestuur schouw gedreven;
2. personen die met een inspectie belast zijn: de schouw is er geweest.

< >