Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Samenflansen

betekenis & definitie

(flanste samen, heeft samengeflanst), op vluchtige, slordige of ondegelijke wijze aaneenhechten of samenstellen: een haastig samengeflanst getimmerte; een boek samenflansen, haastig in elkaar zetten door overal wat aan te ontlenen, zonder behoorlijke compositie.

< >