Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Roskam

betekenis & definitie

m. (-men),

1. paardenkam, wijdgetande ijzeren kam met steel waarmee men de haren van een paard reinigt; — (spr.) drie man en een roskam., zeer weinig mensen.
2. (Zuidn.) van de roskam genen, krijgen, slaag geven, krijgen.
3. (vero.) scherpe veroordeling, hekeling, eert. vaak in titels, o.a. van een hekeldicht van Vondel op de baatzucht der regenten (1630).

< >