Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Roosteren

betekenis & definitie

(roosterde, heeft geroosterd),

1. (op de rooster) braden.
2. roosten; inz. van gesneden brood: het op een rooster of hete plaat laten uitdrogen en bruin worden.
3. (van de zon) zengen, verschroeien.
4. (onoverg.) gebraden, gezengd worden.

< >