(holde rond, heeft rondgehold), in een kring, ofwel her- en derwaarts hollen; zonder doel overal snel heenlopen.
RONDHOOFD
m. (-en),
1. die een rond hoofd heeft; — (hist.) scheldn. voor de aanhangers van Cromwell;
2. soort van spijker met ronde kop. b.v. tot het vastspijkeren van loden platen.