Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Retour

betekenis & definitie

(Fr.),

I. bw., terug naar het uitgangspunt of naar de afzender: hierbij gaat het boekje retour;

II. v. (-en),

1. terugkeer, het terugkomen; — (fig.) op zijn retour zijn, aan het aftakelen zijn, niet meer op het vroegere peil staan;
2. (kooph.) terugzending (van geld of wissels);
3. wissel die onbetaald teruggezonden is ;
4. lading op de terugreis; voordeel der terugvracht: de retouren zijn niet voordelig geweest, de terugvracht heeft weinig opgeleverd;

III. o. (-s), retourbiljet: één retour Hilversum; mijn retour is verlopen, is niet geldig meer; retours worden hier niet meer gegeven.

< >