Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Respectievelijk

betekenis & definitie

bw., onderscheidenlijk, elk voor zich: de plaatsen die zij respectievelijk innemen ;soms bep. met de gedachte aan: in dezelfde volgorde als genoemd : drie personen A. B. en C. hebben respectievelijk 4000, 5000 en 6000 gld. uitstaan ; — vand. ook wel eens voor: achtereenvolgens. [Opm. Respectievelijk wordt ook wel als bn. gebruikt voor respectief; dit is niet aan te bevelen.]

< >