Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Reserve

betekenis & definitie

(<Fr.), v. (-s),

1. wat achtergehouden of bestemd wordt om eerst onder bijzondere omstandigheden, als laatste hulpmiddel, gebruikt te worden, noodvoorraad : een reserve aanleggen ; zijn reserves aanspreken; iets in reserve houden; reserve aan kracht; geestelijke reserves;
2. (in ’t bijz., milit.)

a. troepen die bij het begin van het gevecht opzettelijk achtergehouden worden, ten einde later daar te kunnen dienen waar een spoedige ondersteuning vereist wordt of om er onverhoedse uit- of aanvallen mee te kunnen doen; b. militairen die na vervulling van een bepaalde diensttijd met groot verlof gaan, doch nog gedurende een zeker aantal jaren bij him troepenafdeling ingedeeld blijven, om in geval van oorlog deze op de voltallige sterkte te brengen : hij is bij de reserve ingedeeld ; — (eert.) koloniale reserve, kern voor de uitzending van suppletietroepen naar de koloniën;

3. (financ.) afzonderlijk geboekt kapitaal of fonds van een onderneming als algemene zekerheid of met een bep. bestemming gevormd: het kapitaal en de reserves van een bank ; — stille of geheime reserve, die ontstaat door waardering van de activa ver onder de werkelijke waarde;
4. voorbehoud : onder reserve deel ik u mee, ik sta niet voor de waarheid in; enige reserve is hierbij geboden.

In samenst. duidt reserve veelal aan dat de bedoelde zaak dient ter vervanging van een verloren of in het ongerede geraakte.

< >