(<Fr.-Lat.), v. en o. (-s, ...diën),
1. middel, inz. geneesmiddel, vaak lig.: een uitstekende remedie voor luiaards; — zegsw.: rondom lelijk, een (goede) remedie tegen de liefde, gezegd van een zeer lelijk meisje;
2. de hoeveelheid alliage die men bij het munten van gouden zilvergeld mag gebruiken boven hetgeen de wet bepaald heeft; de voor munten toegestane speelruimte in gewicht en gehalte.