Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Putten

betekenis & definitie

(putte, heeft geput),

1. (water) uit een put ophalen;
2. halen uit, ontlenen aan: uit andere boeken putten; uit de bronnen zelf putten, het zelf navorsen en niet anderen naschrijven;
3. aardappels putten, het schilletje uit de kuiltjes of putten halen.

< >