Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Provisor

betekenis & definitie

(Lat.), m. (-s),

1. (R.-K.) geestelijke verzorger die met de tijdelijke zaken, b.v. van een klooster, een onderwijsinrichting, een stichting is belast;
2. (apoth.) gediplomeerd apotheker die in dienst van een ander aan het hoofd van een apotheek staat, en verantwoordelijk is voor het technisch gedeelte.

< >