Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Potten

betekenis & definitie

(potte, heeft gepot),

1. (in een pot doen om te) sparen: gouden tientjes potten; hij heeft braaf gepot, veel geld bespaard ;
2. (van planten) in potten doen of zetten: die stekken moeten gepot worden;
3. (gew.) met de melkpot of de zuigfles grootbrengen: lammeren potten.

< >