(peisterde, heeft gepeisterd), (Zuidn.)
1. (overg.) voederen, laten grazen: de oude man peisterde zijn koetje langs de weg;
2. (onoverg.) pleisteren, op reis ergens ophouden: het paard peistert.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: