bn. (-er, -st),
1. brijachtig, week als pap: de grond is erg pappig; pappige wrongel.
2. ongezond dik: er pappig uitzien.
3. (van stoffen) vol pap, te veel geappreteerd.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: