Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Overtellen

betekenis & definitie

I. (telde over, heeft overgeteld),

1. natellen, narekenen : zijn geld overtellen;
2. boven het vereiste tellen of rekenen: je hebt je zeker verteld: ik tel een paar centen over;

II. (overtelde, heeft overteld), (Zuidn.) opnieuw natellen: ze overtelden opnieuw de geldstukken (Streuvels).

< >