Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Overstorten

betekenis & definitie

I. (stortte over, heeft overgestort),

1. van het ene vat in het andere storten: water in een ton overstorten;
2. (gelden) op een andere rekening (doen) bijschrijven;
3. (onoverg.) in zekere richting storten: de muur stortte naar de andere zijde over;
4. (onoverg.) over de rand storten, overlopen: de melk stortte over;

II. (overstortte, heeft overstort), stortende met iets bedekken : een weg met puin overstorten; (fig.) die woorden over stortten hem met schaamte.

< >