Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Overklinken

betekenis & definitie

I. (klonk over, heeft overgeklonken),

1. (onoverg.) (van geluiden) tot een andere plaats doordringen: de liefelijke tonen klonken tot ons over;
2. opnieuw klinken: kom we moeten nog eens overklinken (met het wijnglas aanstoten); — een bout overklinken. opnieuw vastslaan;

II. (overklonk, heeft overklonken),

1. zich klinkende over een uitgestrektheid verbreiden: zij begonnen zo hardop te lachen, dat het de ganse straat overklonk;
2. klinkende overstemmen: het vrijheidslied overklonk alle andere.

< >