(oriënteerde, heeft georiënteerd), (<Fr.),
1. plaatsen of richten in overeenstemming met de streken van het kompas : een globe oriënteren; een kaart oriënteren, inrichten voor een bep. stand met betr. tot de hemelstreken: de meeste kaarten zijn zo georiënteerd dat het Noorden boven is ; — (bouwk.) naar het Oosten richten: een kerk, een altaar oriënteren ; (landmeetk.) de instrumenten op het gewenste punt richten;
2. (bij uitbr.) richten: de natuurwetenschappelijk georiënteerde sociologie;
3. zich oriënteren, de plaats nagaan of bepalen waar men zich bevindt: voor ik mijn weg vervolg moet ik mij eerst oriënteren ; — fig. met betr. tot zaken omtrent welke men zich op de hoogte stelt: zich in de literatuur oriënteren.