Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Opvijzen

betekenis & definitie

(vees op, heeft opgevezen), (Zuidn.)

1. door vijzen of schroeven in de hoogte brengen; — (ook) met een of meer vijzen vast- en toedraaien: ge moet de moeren meer opvijzen;
2. (oneig.) prijzen, met woorden verheffen: toe, vijs dat mens nog wat op!
3. aanhitsen : tegen elkander opvijzen ; — hij loopt opgevezen, vol ingehouden woede ;
4. op iets schroeven: een scharnier opvijzen;
5. (oneig.) iem. iets opvijzen, op de mouw spelden.

< >