(scherpte op, heeft opgescherpt),
1. scherper maken, door slijpen aanzetten: een mes opscherpen ; een koffiemolen opscherpen, de messen er in aanscherpen; de ijzers van een paard opscherpen, het scherper zetten;
2. (oneig.) krachtiger maken, opwekken : de geest opscherpen ; iemand het geheugen opscherpen, hem verschillende zaken in herinnering brengen; —zijn aandacht opscherpen, meer aandacht wijden aan iets; — aanzetten, aansporen: iemands vlijt, ijver opscherpen.