Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Oproer

betekenis & definitie

o. (-en).

1. beweging tegen het openbaar gezag, gepaard gaande met verstoring van de openbare orde en verzet tegen de overheid : in oproer brengen, komen ; oproer maken, verwekken ; een oproer dempen;
2. (oneig.) heftige beroering, onstuimige beweging: de hele natuur was in oproer; het oproer in uw bloed.

< >