(lette op, heeft opgelet),
1. acht geven, goed toezien, aandacht hebben voor: een onderwijzer dient zelf goed op te letten, of zijn leerlingen hem met aandacht volgen
2. aandachtig luisteren, zich moeite geven om hetgeen men hoort te begrijpen en in zich op te nemen: als je niet goed oplet, kan je deze som niet maken [af te keuren is het overg. gebruik in de zin van gadeslaan of opmerken : ik heb dat niet opgelet].