Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Opendraaien

betekenis & definitie

(draaide open, heeft opengedraaid), al draaiende openen: een hek, een gaskraan opendraaien; met een sleutel het slot opendraaien; — (onoverg.) opendraaiende deur, die aan één zijde op scharnieren draait; in tegenst. met roldeuren en schuifdeuren.

< >