1. (onoverg.) op of over elkaar passen: deksel en doos sloten goed opeen;
2. zich opeensluiten (van de tanden, lippen enz.),, vast tegen elkaar gedrukt worden: zijn tanden sloten zich krampachtig opeen; met opeengesloten lippen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: