(ontsproot, is ontsproten),
1. uitspruiten: ’t zaad wortelt, zwelt, ontspruit.
2. (fig.) voortkomen (uit), afkomstig zijn (van): ontsproten aan een adellijke familie; zijn stelsel ontsproot rechtstreeks uit de Bijbel.
Gepubliceerd op 01-01-2021
betekenis & definitie
(ontsproot, is ontsproten),
1. uitspruiten: ’t zaad wortelt, zwelt, ontspruit.
2. (fig.) voortkomen (uit), afkomstig zijn (van): ontsproten aan een adellijke familie; zijn stelsel ontsproot rechtstreeks uit de Bijbel.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: