Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ongewapend

betekenis & definitie

bn.,

1. zonder wapenen: tegen een ongewapend man vecht ik niet; — (plantk.) zonder borstels, stekels of naalden.
2. niet voorzien van een optisch hulpmiddel: met het ongewapend oog, zonder vergrootglas of verrekijker.
3. waarin geen wapeningsijzer is verwerkt: ongewapend beton.

< >