Ongewapend
bn., 1. zonder wapenen: tegen een ongewapend man vecht ik niet; — (plantk.) zonder borstels, stekels of naalden. 2. niet voorzien van een optisch hulpmiddel: met het ongewapend oog, zonder vergrootglas of verrekijker. 3. waarin geen wapeningsijzer is verwerkt: ongewapend beton.