I. (kroop onder, is ondergekropen), zodanig kruipen dat men onder iets komt, inz. onder de dekens kruipen, te bed gaan liggen: ik vond mijn kachel uit en ben toen maar gauw bij mijn vrouwtje ondergekropen;
II. (onderkroop, heeft onderkropen),
1. iem. in zijn handelingen of bedrijf behendig de voet lichten, hem trachten te verdringen; inz. tegen lagere prijs verkopen, of werken tegen lager loon dan anderen;
2. werken in een vak waarin staking is afgekondigd.