(onderhuurde, heeft onderhuurd),
1. in het geheim, meest op slinkse of behendige wijze, inz. door meer geld te bieden, iem. of iets huren met vervanging van de eerste huurder: mevrouw H. had een meid gehuurd tegen November, maar mevrouw B. heeft ze haar onderhuurd; men heeft mij mijn huis onderhuurd;
2. iets huren van de huurder uit de tweede hand: van dit huis mogen geen delen onderhuurd worden.