v. (...braken), het onderste gedeelte, onderstel van een braak waarmee de hennep gekneusd wordt: de braak bestaat uit een onder- en bovenstel, onder- en bovenbraak geheten; terwijl men met de éne hand de bovenbraak oplicht, brengt men met de andere hand de gelling op de onderbraak, drukt de zware bovenbraak neder, en breekt en kneust zo de hennep.
ONDER-BRAMBRAS,
m. (-sen), (zeilv.), de onderste brambras; bras van de onderbramra.